Ik oefen voor zelfstandig wonen.

Ik woon al 8 jaar bij De Haardstee. Ik heb het 22q11.2-deletiesyndroom. Dat is niet zo’n bekende aandoening. Het betekent dat er een stukje dna op mijn chromosoom 22 ontbreekt. Ook heb ik een lichte vorm van autisme. Ik praat wat monotoon. En vroeger had ik veel last van mijn motoriek, maar dat is nu veel minder. Ook heb ik een beetje leerachterstand. Ik omschrijf mezelf altijd als iemand die alles net een stapje langzamer doet. Wij wonen hier met z’n achten. We hebben niet zo heel veel contact met elkaar. Wel eten we een paar keer per week samen. Elke week heb ik gesprekken met mijn persoonlijk begeleider. Dan praten we samen over mijn doelen en hoe ik die kan bereiken.

Wonen in een hofje

“Mijn doel is zelfstandig begeleid wonen. Niet in een flatje hoor, dat vind ik te eenzaam. Ik houd van sociale contacten, van mensen om me heen. Daarom wil ik het liefst in een hofje wonen. Dan heb je wel je eigen huisje en toch ook sociale samenhang. Mijn persoonlijk begeleider ondersteunt me hierin. Ook door mij af en toe een spiegel voor te houden. Dat het niet alleen maar rozengeur en maneschijn is als je zelfstandig woont! En zij kan goed inschatten hoe ver ik al ben. Welke stappen ik nog moet nemen om mijn doel te bereiken.”

Zelf koken

“Ik ben nu aan het oefenen voor zelfstandig wonen. Dan kook ik bijvoorbeeld zelf als de andere bewoners samen eten. Want als je op jezelf woont, kun je ook niet zomaar ergens aanschuiven. Dan moet je alles zelf regelen. Vroeger vond ik alleen zijn heel moeilijk, voelde ik me snel eenzaam. Dat gaat nu al veel beter. De laatste jaren heb ik heel erg geïnvesteerd in een vriendennetwerk. Dat heeft me veel energie gekost, maar ik pluk er nu de vruchten van. Op mijn vrije dag vraag ik in onze WhatsAppgroep wie er mee wil eten. Er reageert altijd wel iemand!”

Hier ben ik trots op

“Ik ben trots op waar ik nu sta. Trots op wat ik allemaal bereikt heb: dat ik zonder begeleiding met de trein naar mijn werk kan reizen, dat ik hier kan wonen, een eigen thuis heb, dat ik mezelf steeds makkelijker kan vermaken. Ik kan nu zelfs genieten van een middag even niets doen! Terwijl ik vroeger altijd onder de mensen wilde zijn. Dat geeft rust. Maar ik blijf een gezelligheidsmens!”