Project: Een beschermd thuis

Met intensieve begeleiding thuis en 24/7 bereikbaarheid is ‘Een beschermd thuis’ een mooie mix van beschermd wonen en gewone ambulante begeleiding. De verwachting is dat Een beschermd thuis de wachtlijsten voor beschermd wonen doet afnemen. Maar nog belangrijker: waarschijnlijk past het beter bij de behoeften van een bepaalde groep cliënten. De Binnenvest, De Haardstee en GGZ Rivierduinen onderzoeken het samen in de pilot Een beschermd thuis. Projectleider Fanja van Wallinga licht toe.

Gemeenten en aanbieders van maatschappelijke zorg staan voor een flinke uitdaging: minder zorg in instellingen leveren en méér in de thuissituatie. “In onze regio zien we echter dat het aantal dak- en thuislozen groeit”, zegt Fanja van Wallinga. “Ook neemt de wachtlijst voor beschermd wonen toe en is de uitstroom uit intramurale voorzieningen onvoldoende.” Voor de gemeente Leiden reden genoeg om een aanbesteding uit te schrijven voor een nieuwe vorm van zorg tussen beschermd wonen en ambulante begeleiding in: Een beschermd thuis. De Binnenvest, GGZ Rivierduinen en De Haardstee wonnen de aanbesteding. Het komende jaar geven ze de pilot samen vorm. Fanja is manager zorg & dienstverlening én projectleider Een beschermd thuis bij De Haardstee.

Flexibiliteit
Een van de belangrijkste kenmerken van Een beschermd thuis is de flexibiliteit. “De begeleiding is heel makkelijk op en af te schalen”, legt Fanja uit. “Als bijvoorbeeld december een lastige maand is voor een cliënt, kunnen we die maand elke dag langskomen, tot de moeilijke periode weer voorbij is. Dan schalen we weer af. Of als je ’s middags bij een cliënt bent geweest en je twijfelt of het wel helemaal goed gaat, kan jij of een collega de volgende dag even bellen. Bij gewone ambulante begeleiding is die ruimte er niet. Dan moet je eerst de indicatie verhogen.” Ook zijn de begeleiders 24/7 bereikbaar. In geval van nood kunnen cliënten altijd bellen. Maar dat zal waarschijnlijk niet zo vaak gebeuren. Fanja haalt het voorbeeld van de gemeente Alphen aan den Rijn aan, waar eerder al een pilot Een beschermd thuis was. “Daar bleek dat cliënten haast nooit ’s avonds en ‘s nachts bellen. Maar het feit dat het kan, is al een geruststellende factor.”

Team van 6 begeleiders
Komend jaar gaat een team van 6 begeleiders – 3 van De Haardstee en 3 van De Binnenvest – 20 cliënten begeleiden. De cliënten hebben allemaal psychiatrische problematiek en komen van de wachtlijst voor beschermd wonen. Vanuit GGZ Rivierduinen is een sociaal psychiatrisch verpleegkundige betrokken. Deze verpleegkundige helpt signaleringsplannen maken, denkt mee bij crisissen én is het lijntje naar de GGZ. Fanja is blij met de samenwerking met De Binnenvest en GGZ Rivierduinen. “We werken natuurlijk al regelmatig samen, maar niet op zo’n intensieve manier. Ieder heeft zijn eigen expertise. Ik verwacht dat we veel van elkaar kunnen leren en samen goede zorg kunnen leveren.”

Redelijk zelfredzaam
Fanja en haar collega-projectleider van De Binnenvest kijken goed welke cliënten in aanmerking komen voor Een beschermd thuis. “Het zijn bij voorkeur mensen die redelijk zelfredzaam zijn, maar ontregeld raken als iets tegenzit of als er veel in hun leven gebeurt. Ook voor mensen die al een huis hebben en daar graag willen blijven wonen, is Een beschermd thuis een uitkomst.” Ze haalt het voorbeeld aan van een cliënt van De Haardstee. “Een vrouw met forse problematiek. Ze staat op de wachtlijst voor beschermd wonen, maar wil het liefst in haar eigen huis blijven. De overbruggingszorg is ontoereikend. De begeleiders van Een beschermd thuis hebben de zorg nu overgenomen.” Maar uiteraard komen ook mensen zonder huis in aanmerking voor de pilot. “Dan organiseren wij de huisvesting.”

Meten
Het team Een beschermd thuis heeft nu de eerste cliënten in zorg, met anderen lopen de opstartgesprekken. Zo bouwen ze het aantal cliënten langzaam op. “En vervolgens gaan we natuurlijk goed meten wat het oplevert”, zegt Fanja. “Kunnen we de cliënten goed helpen? En is het goedkoper dan beschermd wonen? Maar het allerbelangrijkste is: levert het de cliënten wat op? Hoe is hun welzijn? Hoeveel hulpvragen hadden ze aan het begin van de rit en hoeveel aan het eind? Als de resultaten goed zijn, wat ik wel verwacht, hoop ik dat we Een beschermd thuis kunnen voortzetten. Zodat we ook mensen kunnen gaan begeleiden die genoeg vaardigheden hebben om beschermd wonen te verlaten, maar dat heel spannend vinden. En uiteindelijk hopen we natuurlijk ook cliënten te kunnen overdragen aan de gewone ambulante begeleiding.”

Inclusiegedachte
Een beschermd thuis sluit aan bij de inclusiegedachte, eindigt Fanja. “Dat is de gedachte dat kwetsbare mensen zoveel mogelijk kunnen meedoen. Iets wat heel lastig is als je ze als groep bij elkaar plaatst op een woonlocatie. Waarmee ik niet wil zeggen dat dat nooit goed is hoor! Integendeel, beschermd wonen zal voor bepaalde cliënten nodig blijven. Maar wij denken dat er ook een groep is die beschermd wonen eigenlijk niet nodig heeft. Omdat ze het redden met Een beschermd thuis. Dit project kan een verrijking van het huidige aanbod zijn en een schakel vormen tussen intramurale en ambulante zorg. Het zou mooi zijn als deze tussenvorm onderdeel wordt van ons vaste aanbod.”